Borstvoeding geven en je kindje tussen de voedingsbeurten een fopspeen toestoppen, heeft zowel voor- als nadelen. Het is vooral belangrijk om te vertrouwen op je eigen gevoel en de behoeften van je kindje goed in de gaten te houden. Verder loont het om je goed te informeren. We vertellen je graag wat je zeker moet weten!
Wanneer geen fopspeen geven?
Het wordt algemeen aangeraden om je kindje geen fopspeen te geven vooraleer het vlot aan de borst kan drinken. Sommige baby’s geven door de fopspeen namelijk niet altijd aan wanneer ze honger hebben. Het kan dan moeilijk zijn om met jullie tweetjes een natuurlijk borstvoedingsritme te vinden. Daarnaast kan veelvuldig zuigen op een fopspeen ervoor zorgen dat je kindje te moe is wanneer jij klaar bent om borstvoeding te geven. Na een tijdje kan dat je melkproductie beïnvloeden.
Borstvoeding en fopspeen combineren
Alle baby’s hebben weleens last van krampjes, pijn of stress. Zachtjes op een fopspeen zuigen, biedt dan troost. Maar let wel op dat je de speen niet langer geeft dan nodig, zodat jullie borstvoedingsmomenten er niet door in het gedrang komen (zoals we hierboven al uitlegden). Heeft je baby een grote zuigbehoefte tussen de verschillende voedingsmomenten door? Stop je kleintje dan gerust een fopspeen toe, maar blijf erover waken dat je de speen weer wegneemt zodra je kindje voldoende gekalmeerd is.
Fopspeen alleen als het écht nodig is
Veel ouders gebruiken een fopspeen na een tijdje als vervanging voor borstvoeding, omdat dat het gemakkelijker zou maken voor je kleine spruit om te stoppen met borstvoeding. Toch moet je opletten dat fopspenen geen verslaving worden voor je kindje. Kinderen die langdurig op fopspenen zuigen, lopen veel meer risico dan andere kinderen om later tand-, kaak- en spraakproblemen te ontwikkelen. Je gebruikt een fopspeen daarom beter alleen als troostmiddel of om je kindje makkelijker in slaap te laten vallen.
Houd rekening met de zuigbehoefte van je kindje
Natuurlijk ken jij je kindje door en door, maar toch is het niet voor alle ouders eenvoudig om te bepalen wanneer de zuigbehoefte voldoende is afgenomen om geen fopspeen meer te moeten geven. In elk geval hebben dokters vastgesteld dat de zuigbehoefte begint af te nemen zodra een baby ongeveer vier maanden oud is – al ontwikkelt elk kind zich natuurlijk aan zijn eigen, unieke tempo.